Lien is al van jongs af aan geobsedeerd door haar klasgenootje Marcus. Ze noemt hem Misbaksel. De haat voor hem is bij haar als klein meisje al zo groot dat je als lezer maar weinig sympathie voor haar kan opbrengen. Noch voor de andere hoofdpersonen in het boek, overigens. Niemand lijkt ‘normaal’ te zijn. Lien praat bijvoorbeeld met de vrouwenstem van haar GPS systeem. Haar leven lang blijft ze Marcus achtervolgen.